Polydextrose in detail

Woord vooraf

Ik maakte deze blogpost omdat ik merkte dat er heel wat onduidelijkheden zijn omtrent vezels, natuurlijk en synthetisch. Zo zag ik dat vele consumenten beïnvloed zijn door (online) informatie, opgesteld met een beperkte kennis over vezels en de wetenschap errond.
Het enige wat telt zijn correct uitgevoerde, objectieve studies.

Persoonlijk denk ik dat levensstijlen en diëten, en religieuze praktijken niet ver van elkaar liggen. Spiritualiteit is ontzettend belangrijk en mag niet verward worden met religie. Religie werd geboren uit spiritualiteit en niet omgekeerd. Ook het dogma rond “natuurlijk” en “synthetisch” is relatief. Arseen en petroleum zijn ook natuurlijk…
Terwijl u deze post leest wens ik u volgende vraag te stellen: “ik geef u een pil die de oxidatie tijdens uw levensjaren herstelt en uw leven verlengt met 150jaar, de pil is echter wel door de mens gemaakt, neemt u ze in ?”. Met andere woorden : schuift men een dogmatische gedachte/geloof aan de kant wat betreft natuurlijk/synthetisch of blijft men slachtoffer van het dogma?

Wat zijn vezels

Vezels zijn complexe suikers, ook wel polymeren genoemd. Ze zijn moeilijk tot niet verteerbaar voor het lichaam en kunnen natuurlijk ontstaan of door de mens gemaakt zijn. Ze bestaan uit onoplosbare vezels zoals cellulose uit de celwanden van fruit en groenten, granen, peulvruchten, etc.
Daarnaast heeft men ook oplosbare vezels die onderverdeeld zijn in 2 categorieën:

  • Visceuze : zoals pectine (fruit), mucilage (rond cacaobonen), gommen (guar)
  • Niet-visceuze : zoals inuline (chicorei) , polydextrose (door de mens gemaakt), isomaltooligosaccharide (tapioca)

Oplosbare vezels

Omdat het wereldwijd moeilijk was om tot een globale definitie te komen voor voedingsvezels, sprak men wereldwijd af dat een voedingsvezel gedefinieerd kan worden als : “3 koolhydraat polymeren met een polymerisatie graad van 3 monomeren die niet gehydroliseerd kunnen worden in de dunne darm door endogene enzymen”.

Omdat vezels resistent zijn voor spijsvertering en absorptie binnenin de dunne darm, gaan ze naar de dikke darm waar ze deels of compleet worden gefermenteerd

Monomeren

Monomeren ( enkelvoudige suikers) zijn moleculen die een polymerisatie kunnen ondergaan om gigantische moleculen kunnen vormen.

Polymeren en oligomeren

Polymeren en oligomeren (een type polymeer) worden vaak beschouwd als synthetisch, maar natuurlijke koolhydraten zoals zetmeel of ons eigen lichaamsglycogeen zijn ook polymeren.
Binnenin organismen en plantenextracten kan men oligomeren vinden als biochemische verbindingen. “Polymerisatie” is de naam die men gebruikt voor het aanmaken van poly –en oligomeren.

Polymeren kunnen gemaakt worden door een aantal monomeren via covalente bindingen aan elkaar te koppelen. De massa van een oligomeer is veel kleiner dan deze van een polymeer.

Het verschil met een polymeer is dat het een reusachtige molecule kan zijn (zoals koolhydraten) met een groot aantal monomeren. Ze kunnen bestaan uit lineaire en eenvoudige structuren, ze kunnen vertakt worden tot complexe structuren en zelf met kruisverbindingen complexe 3D structuren vormen.
De eigenschappen van oligomeren zijn totaal anders dan deze van polymeren ook al hebben ze gelijke monomeren.

Wat is polydextrose

Polydextrose is een door de mens gemaakt oplosbaar vezel.
Een niet-visceus polymeer (een meervoudige suiker) bestaand uit ingrediënten van natuurlijke afkomst: glucose afkomstig van zetmeel, 10% sorbitol gewonnen uit bessen en 1% citroenzuur. Op de glucosemolecule wordt er een polymerisatie toegepast binnen de omgeving van sorbitol en een geschikte zure katalysator (het citroenzuur). Deze worden vacuüm verhit op hoge temperatuur. Dit resulteert in een mengsel van glucose-oligomeren met een gemiddelde polymerisatie graad van 12, maar variërend van rest monomeren tot polymerisatiegraad  van meer dan dp >100.

De rol van polydextrose in voeding?

Suiker speelt een grote rol in de textuur van een product. Naast een zoete smaakstof is suiker ook een bulkmiddel. Wanneer je, bijvoorbeeld bij een cake van 1kg totale massa, er de 400g suiker moet uithalen, dan is je recept natuurlijk niet meer in balans.
Polydextrose bootst de eigenschappen van suiker na, heeft niet dezelfde zoetkracht als suiker, maar kan wel gezien worden als een gelijkwaardig bulkmiddel.
Polydextrose heeft echter veel meer voordelen dan suiker.

Eigenschappen van polydextrose op de bloedspiegel

Polydextrose wordt deels verteerd door gastro-intestinale transit. Het reageert als een geleider voor sacharolytische fermentatie door de dikke darm. [1]
Het heeft een lage calorische waarde : rond 1Kcal/g en een GI van 4 tot 7 met een glycemische lading van 1 (bij glucose is dit GI 100 en bij sacharose GI 65).
In deze studie [2] toont men aan dat polydextrose de bloedspiegel beschermt tegen een potentiële stijging van glucose. De glycemische index werd verminderd van 100 naar 88 wanneer 12gr polydextrose werd ingenomen samen met 50g glucose bij gezonde volwassenen.
De lage glycemische index van polydextrose maakt dat dit een zeer vriendelijk en gewenst ingrediënt is voor personen die op een lipolyse metabolisme branden zoals medische –of nutritionele ketose levensstijlen, alsook chronische ziekten zoals diabetes.

Voordelen van polydextrose

Polydextrose heeft wetenschappelijk onderbouwde vezeleigenschappen : een kortere transittijd, een verlaagde zuurtegraad (PH) van de stoelgang, verbeterde consistentie van de stoelgang als ook makkelijkere ontlasting [3].
Polydextrose is veilig in gebruik en wordt veel beter getolereerd dan natuurlijke oplosbare vezels zoals inuline en oligosachariden (cichorei), resistente maltodextrine (maïsvezels) of isomaltooligosachariden (tapiocavezels).
Het heeft een gemiddelde laxerende drempel van 90g/dag en tot 50g per dosis [4] , wat veel meer is dan deze bovenvermelde geconcentreerde ‘natuurlijke’ vezels.

Effect van polydextrose op de microbioom

Vele voordelen zijn er verbonden aan de effecten van de consumptie van polydextrose. Zo promoot het de groei van voordelige organismen zoals bifidobacteriën en lactobacillus, terwijl het de groei van schadelijke organismen zoals clostridia onderdruk. [ 5][6]. Polydextrose verbetert ook de absorptie van magnesium, calcium en ijzer [7].
Wanneer polydextrose de dikke darm binnentreedt, fermenteren endogene bacteriën ze tot voordelige korte-ketenvetzuren zoals butyraat (boterzuur), acetaat (azijnzuur) en propionaat (propionzuur)[8].
Polydextrose heeft evenveel korte vetzuren tijdens het fermentatie proces in vergelijking met andere voedingsvezels zoals fructo-oligosachariden, inuline, pectine en arabinose. Deze metabolieten, ontstaan na fermentatie, zijn een belangrijke energiebron voor de cellen van het darmslijmvlies.
Boterzuur wordt zelfs verkozen boven glucose en is de belangrijkste energiebron voor de cellen van ons darmvlies. Propionzuur is dan weer een belangrijke factor voor insuline gevoeligheid.

De glycemische index (GI) en Recomended Daily Intake (RDI) van natuurlijke vezels en polydextrose

Wanneer we de GI en RDI van polydextrose vergelijken met deze van gelijkaardig natuurlijke vezels, zien we dat de GI lager is, en de RDI hoger :

  • Een GI van 35 voor tapioca vezel (of IMO’s = Isomaltooligosachariden). Dit is evenveel GI als maltitol trouwens. IMO’s worden zeer veel gebruikt in keto bars en gebruiken de commerciele marketing benaming ‘tapioca vezel’. Tapioca vezels is niet geschikt voor keto en heeft een RDI van 30g/dag ( Recomended Daily Intake )[9]
  • Een GI van 25 voor Mais vezels (of RMD= Resistente MaltoDextrine).
    Dit vezel heeft een RDI van 25g/dag [10].
  • Een GI van 14 voor native Inuline met een RDI van 10g/dag[11] en Oligosaccharides met een RDI van 5g/dag [11]. Mensen gevoelig aan FODMAP’s vermijden best inuline (Fermentable Oligosaccharides, Disaccharides, Monosaccharides And Polyols) [12]
  • Een GI van 4 tot 7 voor het polymeer Polydextrose met een RDI van 90g/dag en 50g per dosis[4].

Polydextrose tegenover natuurlijke oplosbare vezels

Wil bovenstaande titel zeggen dat natuurlijke oplosbare vezels slecht zijn? Neen.
Wanneer ze geconsumeerd worden in een verdunde vorm door de inname van plantaardig voedsel leveren ze eveneens prachtige resultaten op. Ze zijn gewoon niet praktisch omdat ze zo geconcentreerd en fermenteerbaar zijn. De moleculaire keten van een natuurlijk vezel manipuleren is niet natuurlijk en persoonlijk zie ik, ethische gezien, weinig verschil tussen ‘natuurlijke’ vezels en synthetische zoals polydextrose.

Persoonlijke noot

Persoonlijk zit ik hoofdzakelijk in ketose, en wens ik zelf te controleren wanneer ik insuline laat stijgen bij speciale sociale gelegenheden of korte periodes bij spieraanmaak.
Op zondagen ga ik zelf bewust uit ketose en eet ik nutritionele koolhydraten zoals zoete aardappel, fruit, erwten,… Dinsdag ochtend zit ik dan opnieuw in ketose.
Omdat m’n eigen metabolisme al een paar jaar flexibel is, volg ik dit minder en minder medisch op omdat je na een tijd als persoon bewuster met je lichaam omgaat en je zelf voelt wanneer je in ketose zit of niet.
Persoonlijk vind ik polydextrose het meest geschikte voedingsvezel. Het heeft de laagste
glycemische index van alle vezels, het is het best getolereerde en vriendelijkste vezel voor
je lichaam. Mensen verwarren de theoretische GI van ingrediënten met de realiteit. Polydextrose heeft een GI tussen de 4 tot 7, maar deze waarde is enkel geldig als men een lepel pure polydextrose inneemt.
Wanneer deze zich in een verdunde vorm bevindt is dit los van de context en is deze theorie niet meer van toepassing. Ons doel is om functionele voeding te maken.

Conclusie

Er wordt veel geadverteerd omtrent de positieve eigenschappen van vezels. Zeker rond “natuurlijke vezels”, wat echt in vraag gesteld kan worden door hun concentraties.
Alles hieromtrent moet bekeken worden in functie van de intestinale microbioom (darmflora), deze kan men zelf manipuleren en opbouwen. Personen die een carnivore levensstijl volgen consumeren rond de 0% vezels en kunnen in uitstekende gezondheid zijn. Anderzijds kunnen personen die een herbivore levensstijl volgen ontzettend veel vezels consumeren en kunnen ze, met de nodige supplementen, ook in perfecte gezondheid zijn.

Persoonlijk eet ik omnivoor omdat ik alle mogelijke opties aan mijn microbioom wil aanbieden. De microbioom van personen die omnivoor, herbivoor en carnivoor eten zal volledig anders zijn. Dit is het mooie aan de flexibiliteit van onze biologische machine.
Het lichaam doet niet mee aan wat wij denken over ethische concepten rond natuurlijk en ‘constructieve’ synthetische voeding. Het neemt de moleculen (natuurlijke of synthetisch) en verwerkt ze.

Er bestaan constructieve synthetische stoffen en er bestaan gevaarlijke natuurlijke stoffen alsook omgekeerd : gevaarlijke synthetische stoffen en constructieve natuurlijke stoffen.

Wetenschappelijke referenties